Bloedirritant vond ik hem en velen met mij. Hij wist het altijd beter. Altijd. Hij had, zo leek het, verstand van alles. Tijdens elke salesmeeting meende hij iedereen steeds te moeten vertellen hoe het wel en hoe het niet moest. Niet dat zijn verkoopcijfers daartoe enige aanleiding gaven overigens. Maar ook daarvoor had hij telkens een verklaring.
Bovendien was hij veelvuldig aan het woord zonder dat daar iemand om vroeg of dat zijn relaas ook maar enigszins steekhoudend was. Lullen om het lullen noemen wij dat thuis.
Het allerergste was wel dat hij altijd met je in discussie ging. Altijd en over alles. Waar het ook over ging hij vond het immer nodig zijn mening te ventileren. Ongeacht of iemand daar aanleiding toe gaf en ongeacht of het ook maar van enige toegevoegde waarde was.
Op mijn vraag of zijn tegenvallende sales resultaten wellicht te wijten waren aan het feit dat hij waarschijnlijk ook eeuwig met klanten en prospects discussieerde had hij een simpel antwoord. Ik moest maar eens met hem meegaan op klantbezoek, zou hij mij meteen even de fijne kneepjes van het salesvak leren.
Na afloop van dat klantbezoek zaten we weer samen in de auto terug naar kantoor. Glunderend van trots evalueerde hij het verkoopgesprek. Hoe hij de klant zover had gekregen te capituleren. Hoe hij de klant beschaamd toe had laten geven wie er nu echt gelijk had. Zo moest je ze aanpakken, meende hij.
Mooi man, zei ik nog, denk je dat die klant je offerte gaat accepteren? Dat was zo klaar als een klontje verzekerde hij mij. Immers, de klant had hem uiteindelijk gelijk gegeven. De offerte sloot naadloos aan bij hetgeen die klant voor ogen had. Daar was hij het samen met de klant toch over eens geworden na die stevige discussie?
Ik wilde nog met hem in discussie gaan over die bewering maar werd al moe van al zijn tegenwerpingen die ongetwijfeld zouden gaan komen. Ik gaf hem dus maar gelijk. Precies zoals die klant had gedaan.
Comments on this entry are closed.