De vorige post ging over met de klant buiten de deur eten. Dat bracht spontaan een anekdote bij me boven.
Jaren geleden zat ik met een IT directeur van een grote verzekeringsmaatschappij uitgebreid te dineren om zo een net afgesloten deal te vieren. We namen uitgebreid de tijd om ons door de vele gangen overheerlijk eten ‘heen te werken’. Het was een bijzonder gezellige avond en onder het eten passeerden vele onderwerpen de revue.
Echter was ik in de veronderstelling (lees: deed een aanname) dat mijn tafelgenoot een niet-roker was. Die aanname deed ik omdat hij vegetarisch was en zeer ‘biologisch’ leefde. Dom natuurlijk.
Uiteindelijk stonden we na een diner van ruim 4 uur buiten. Toen hield mijn verslaving het niet meer. Ik pakte mij sigaretten en vertelde hem dat ik nu toch echt even een sigaretje moest roken, al lopende naar de parkeergarage.
Hij keek me aan, begon hard te lachen, en zei “Jij ook?â€.
Bleek dat we allebei 4 uur lang reikhalzend hadden uitgekeken naar een sigaret. Uiteindelijk hebben we zelfs 2 sigaretten gerookt op het kleine stukje van het restaurant naar de parkeergarage.
Zo nu en dan kom ik hem nog wel eens tegen. En elke keer weer halen we beide deze anekdote even aan, meestal onder het genot van een sigaretje.
Hehehe .. leuke anekdote. Bewijst nog eens dat “ik neem aan…” een riskant gegeven is 🙂
Dank Hans. Dit was gelukkig een voorbeeld van een aanname die (achteraf) goed heeft uitgepakt. Maar dat gaat meestal niet op……
groet, Rikkert
Comments on this entry are closed.